5 november 2024

Meer duidelijkheid en rechtszekerheid door Didam-II-arrest

Terug

26 november 2021: een datum die veel stof deed opwaaien in de wereld van gebiedsontwikkeling. De Hoge Raad oordeelde die dag in het Didam-arrest dat overheden bij de verkoop van een vastgoedobject een gelijk speelveld moeten bieden aan alle potentiële kopers. En dat had grote gevolgen. Nu, 3 jaar later, maakt de Hoge Raad met het Didam-II-arrest de balans op. Belangrijk, want het blijft de gemoederen bezighouden.

Vertraging en afstel bouw

Het Didam-arrest riep een halt toe aan willekeur en voorkeursbehandeling bij de verkoop van grond en vastgoed. “Eerlijk en transparant handelen, met gelijke kansen voor iedereen: dat was het doel. Maar in de praktijk riep het arrest de voorbije jaren juist meer vragen op dan dat het duidelijkheid schiep”, zegt advocaat Jochem van Santvoort (Hooglander Advocaten). “Want hoe ziet een transparante selectieprocedure er precies uit? En in welke gevallen is een uitzondering mogelijk? Overheden wisten niet hoe ze hiermee om moesten gaan en leunden daarom achterover. Met vertraging en afstel van projecten tot gevolg.”

Toepassing in praktijk

De rechtspraak oordeelde sinds eind 2021 in meer dan 100 procedures over diverse vraagstukken rondom het Didam-arrest. Jochem van Santvoort: “Deze uitspraken liepen behoorlijk
uiteen. Hierdoor is er bij betrokken partijen nog steeds een grote behoefte aan meer duidelijkheid over de toepassing van het arrest en een vereenvoudiging van de regels. Bijvoorbeeld wanneer een-op-een contracteren wél is toegestaan. Of het arrest geldt voor eerder gesloten overeenkomsten. En hoe overheden moeten omgaan met de publieke bekendmaking van
een voorgenomen verkoop. Ik verwacht dat die vereenvoudiging, duidelijkheid en rechtszekerheid er met het Didam-II-arrest gaan komen.”

 

Hendriks Coppelmans is onderdeel van Hendriks Bouw en Ontwikkeling